Post 5 920
Julia.
Azeline’s dapper ex-vrouw,
de moeder van Bloem.
Ja, het was inderdaad
premiere-avond, juist en precies de reden waarom zij Azeline had gevraagd om
gezellig een avondje bij haar film te kijken. Juist en precies de reden waarom
Julia al een week geen contact had opgenomen met Azeline. Juist en precies de
reden waarom iedereen uitnodigingen en kranten bij Azeline vandaan gehouden had
– en toch wist ze het. Was ze niet eens boos dat ze niet persoonlijk
uitgenodigd was. Wellicht had ze iets gelezen of gezien of bedacht waardoor ze
binnen haar eigen werkelijkheid wel degelijk uitgenodigd was. Stond ze hier stuiterend
van energie te wachten op gezelschap voor deze avond.
Victoria wierp een
spijtige blik op de oven waar haar avondeten in stond. Het rook nog steeds
heerlijk en ze had nog steeds honger, maar ze kreeg het merkwaardige voorgevoel
dat deze avond zou eindigen met een hand patat uit de air fryer en wat
zelfgemaakte mayonaise als troost ernaast.
‘De feeënjurk zal het
zijn,’ zei ze.
Ze wierp nog een laatste
blik op de oven en liep toen naar boven, met snelle passen en een bonkend hart.
Ze moest doen wat ze moest doen, en ze zou het doen. Maar bleef een crime, elke
keer weer.
Hoofdstuk 2
Ze liep onmiddellijk door
naar de slaapkamer, niet om de feeënjurk aan te trekken, maar om de reservetelefoon
te pakken die ze daar verstopt had, weggelegd in het laatje van haar
nachtkastje omdat hij bij een per ongelukke-zoektocht ook niet al te zeer
verborgen moest zijn, want Azeline geloofde heus wel dat Vic zo slordig was om
een mobieltje kwijt te raken dat dan al die tijd in een nachtkastje lag, maar
was ook wel zo slimdat ze het niet langer zou geloven als het mobieltje tussen een
stapel wasgoed lag, of achter een schilderij geplakt was, of tegen de binnen
randen van het bed zat. Bij Azeline, zo wist Vic, moest je altijd drie stappen
vooruitdenken, liever nog vier – dan werd ze niet boos, dan verdacht ze Vic
niet van al die dingen die Vic toch echt deed –
Vic zuchtte.
Verraad. Dat was het.
En het kon niet anders,
het kon echt niet anders, hoe ze de situatie ook bekeek.
Azeline was een schat,
maar een complexe, moeilijke, bewerkelijke schat.
‘En wellicht daarom juist
zo kostbaar,’ mompelde ze, een herhaling van de woorden die de psycholoog in
haar hoofd had geplaatst, woorden die ze had moeten horen om nog een dag verder
te komen, om door te gaan en door te zetten,
ondanks haar haperende lijf,
ondanks haar eigen haperende –
Ze schudde haar hoofd,
keek streng, vermande zich en pakte het toestel, had twee handen nodig om het
ding aan te zetten en vroeg zich enkele lange seconden af wanneer ze voor het
laatst de moeite had genomen om het toestel op te laden.
Net toen ze echt ongerust
werd, ging het toestel aan.
Nog 20% batterijvermogen.
Beter.
Niet geweldig, wel
aardig.
Ze bladerde door de
contacten tot ze ‘Suzi’ tegenkwam.
Daar.
Ze drukte op het groene
hoorntje, hield het toestel bij haar oor en luisterde naar de rustige pieptoon -
Suzi-sushi-rijst-winkel-Lassie
- tot ze ‘Dag Victoria, met
Catherina Kohler,’ hoorde.
‘Hi, Catharina,’
antwoordde ze. ‘Angela had gelijk. Het is weer zo ver.’
‘Hè, wat naar,’ zei Catharina, en
haar stem klonk zo meelevend dat Victoria even de spanning die zich in haar
spieren had opgebouwd, los kon laten. Haar hand verloor prompt zijn grip op de
telefoon en hij viel, op het bed, plof.
‘Sorry,’ zei Vic tegen
Catharina, die mee omlaag viel.
‘Sorry,’ zei ze nogmaals,
toen ze het toestel opgeraapt had. ‘Wat zei je? Ik liet je vallen.’
‘Het wordt erger, hè,’
zei Catharina.
‘Nou, erger weet ik
niet,’ zei Victoria en dacht na, dacht terug aan eerdere momenten waarop
Azeline door verschillende omstandigheden haar medicatie niet had gekregen.
‘Ze is erg druk, blosjes
op de wangen, drukke plannen en ze hupt steeds heen en weer, heen en weer, ze
staat geen moment stil, ik word er zelf moe van,’ zei ze. ‘Maar ik denk dat het
net-als-de-vorige-keer is, niet erger.’
‘Ik bedoelde: het wordt
erger met jou. Met je arm. Weet je nog?’ zei Catharina. Er klonk net zoveel
lach als bezorgdheid in haar stem.
‘De geruchten dat ik
altijd alles maar laat vallen zijn zwaar overdreven,’ zei Vic. Het was haar standaardantwoord, dat ooit grappig was geweest,
daarna nog een tijd grappig-sarcastisch had geklonken en nu meer een
stop-op-de-fles was, eentje die gelukkig nog steeds werkte omdat mensen wilden
geloven dat het allemaal wel wat meeviel zolang ze er zelf nog grapjes maakte.
‘Ga naar je neuroloog,
Vic, je hoeft de held niet uit te hangen,’ zei Catharina, die voor haar gehele
salaris afhankelijk was van Vic en zich daar nooit wat van aantrok als het ging
om de waarheid en dus ook niet in de stop-op-de-fles geloofde.
‘Op een dag, op een dag,’
beloofde Vic, die zoiets werkelijk niet van plan was omdat ze geen idee had wat
voor toegevoegde waarde een bezoek aan de neuroloog nog kon hebben. ‘En ik
belde niet voor mezelf, ik belde voor Azeline,’ zei ze, iets strenger nu, want
uiteindelijk was zij wel Catharina’s baas en het leek haar een slechte zaak als
ze Catharine daar nooit aan herinnerde. ‘Ik kan haar even binnenbrengen, ze
verwacht dat we ergens heen gaan, dus dat moet me wel lukken.’
‘Prima,’ zei Catharina.
‘Ik waarschuw Angela alvast en mocht je problemen ondervinden, dan horen we dat
wel, dan komen we jouw kant op.’
wow, dus zo zat het... arme Azeline en ook arme Vic met deze zware verantwoordelijkheid voor haar zus.
BeantwoordenVerwijderenBoeiende post voor de lezer die probeert te begrijpen waar dit verhaal over gaat.
BeantwoordenVerwijderenWat de rol van Catherina is, is me helaas nog niet duidelijk. Kennelijk werkt ze voor Vic (want Vic is immers haar 'baas'? En dan wil ik natuurlijk graag weten wat Vic voor de kost doet...
(schrijverke)