vrijdag 22 april 2016

Spiegelbeeld Victoria - post 2

Post 2  817


Vic nam de peper op, bestudeerde hem, bekeek hem met enig wantrouwen, draaide en keerde hem. Zo’n peper zag er, vond Vic, ongeveer vijfhonderd keer knapperiger uit dan hij daadwerkelijk was en het was verleidelijk, heel verleidelijk om het mes over de lengte van de peper te laten dalen en hem door te snijden, zodat ze de zaden uit de lijst kon schuiven.
Maar ze wist dat de peper in werkelijkheid niet knapperig maar rubberachtig zou zijn, en dat het doorsnijden moeite kostte, dat het weghalen van de pitjes moeite kostte, zeker met haar arm, zeker met de manier waarop haar arm zich vandaag gedroeg, en dat het daarna extra veel moeite zou kosten om de zaadloze helften in kleinere stukjes te snijden. Nee, pitjes uit de peper halen leek haar een taak die vandaag alleen maar mis kon lopen.
‘Maar gelukkig heb ik vandaag ook besloten dat Azeline van pittige pasta houdt,’ zei Vic en hakte de peper zo snel in stukjes, dat daarmee eigenlijk niet iets mis kon gaan.
Behalve dan, dat ze er geen rekening mee had gehouden had, dat Pijn het plotseling nodig vond om haar lichaam te bedekken met een loden deken.
Dat was een ander dingetje van Pijn, iets waar ze vroeger, toen Pijn nog elders woonde, nooit aan gedacht had: Pijn was een aandachttrekker én een energievampier.
‘Nog even doorzetten,’ mompelde ze. ‘Nog even doorzetten, het is geen moeilijk gerecht, nog even doorzetten.’  
Ze legde keukenpapier op een bord, schepte de pancetta uit de pan en legde de keurig uitgebakken stukjes, ze plette een teen knoflook in de pers, dumpte de geperste knoflook in de pancetta-olie, liet de olie draaien in de pan, zette de pan weer op de pit, deed de peper in de olie, pakte de blikken gehakte tomaten, liet ze bij de knoflook en de peper glijden. Waste haar handen. Waste ze opnieuw, om zeker te zijn dat ze niet ook nog eens peperolie in haar ogen zou smeren of zoiets leuks. Pakte het zakje gedroogde spaghetti en liet een deel van de staafjes in het water glijden. En een deel ernaast, op de kookplaat.
Ze zuchtte.
‘Klootzak, klootzak, klootzak,’ mompelde ze, terwijl ze de spaghetti opruimde, redde, de gevallen pasta alsnog aan het water toevoegde met vingers die ze moest dwingen om te pakken, vast te houden, te bewegen binnen de beschikbare ruimte. Ze herhaalde de woorden eindeloos terwijl ze werkte, ‘klootzak, klootzak’ en wist dat een woord zo vaak herhaald woord verwerd tot niets dan een klank, in haar geval een platte oefening in het bezweren van de zwaartekracht. Een ander, bozer deel van haarzelf besefte dat ze het woord en de volledige betekenis nodig had, om de dag door te komen, om de nacht door te komen, om op te staan en door te gaan.
Voor Azeline.
Die kwam eten.
En dus was het tijd om de olie met knoflook en peper af te blussen met een scheut witte wijn. Met De witte wijn.
Ze pakte de fles, die Bloem twee dagen geleden voor haar opengemaakt had en bekeek het label nog eens. Het was een Batard Montrachet die, volgens Bloem, gemaakt was een de beroemde wijnstreek in het Franse Bourgondië en zeker meer dan tweehonderd euro kostte. Het zei Vic allemaal niks, de prijzen niet en de wijnstreken niet, maar Bloem vond het leuk om zulke details te achterhalen en zich te verwonderen over de prijzen die werden gevraagd en betaald voor ogenschijnlijk onschuldige flessen wijn.
‘Dat is een boel geld, meis,’ zei ze daarom, meer omdat ze aanvoelde dat het de bedoeling was dat zij nu iets zei, dan dat ze de behoefte had om iets te zeggen over de wijn.
‘Jeeee, joh, valt mee joh, de Haut-Brion van vorige week was nog duurder, tante,’ zei Bloem, terwijl ze op haar i-Pad tikte. ‘Bijna duizend euro. Maar hij was wel lekker. Mag ik deze ook proeven?’
Bloem hield haar glas op.
‘Alleen als je die tweede fles ook voor me opent,’ zei Vic. ‘Anders heb ik niet genoeg voor de saus, voor zaterdag, als je moeder komt.’
Bloem lachte, stemde toe en Vic vulde haar glas bij.
‘Hmm,’ zei Bloem na de eerste slok. ‘Dankzij jou krijg ik een verfijnde smaak, tante Vic.’

Tante Vic glimlachte, schonk nog eens bij en vroeg zich niet voor het eerst af, of ze Bloem niet gewoon een krat van de wijn moest schenken. Gewoon zo hup, de meest stoffige flessen uit de kelder, want dat waren vast het duurste, in de krat en in de achterbak van Bloems Punto. Bloem zou het een feest vinden om van elke fles het wijnhuis en de prijs te achterhalen en misschien wel zo slim zijn er nog wat aan te verdienen en Vic, Vic zou een stap dichter bij het doel: ‘Totale vernietiging’ zijn, zonder iets plats en vulgairs te doen als flessen wijn uit het slaapkamerraam smijten.

2 opmerkingen:

  1. Mooi: 'energievampier'
    Verrassend: dure wijn gebruiken om saus op smaak te brengen.
    Dat Vic bij al haar moeite om lekker te koken geen verse tomaten gebruikt, maar een blik gehakte tomaten, begrijp ik niet goed.

    (schrijverke)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ahh... men (Jamie Oliver) zegt (en ik weet niet of het waar is) dat de beste tomaten in een blik zitten. En eigenlijk vond ik dat Vic al genoeg liep te martelen... of misschien vind ik wel dat ik genoeg gemarteld had :-) Het zoeken naar de juiste wijn om te verkwisten was ook best een dingetje!

    BeantwoordenVerwijderen