Deel 10
‘Soms is het net of hij daar nog
is,’ zei Vic tegen het schuim en de kleine, fijne kaneelsprinkels en daarmee
zei ze al meer dan ze zich had voorgenomen.
‘Harold, bedoel ik,’ vulde ze aan
toen Angela bleef zwijgen. ‘Soms denk ik dat hij daar nog is en alles in de
gaten houdt.’
Angela zei nog steeds niets maar
nam een slok van haar eigen koffie en keek Victoria aan over de rand van haar
beker.
‘Waarom niet?’ zei Vic. ‘Er zijn
toch plaatsen in de wereld waar de energie van de overledenen blijft hangen?’
Ze keek Angela nu recht aan en
hoopte dat ze niet al te smekend keek want waar ze om smeekte was een raadsel
op zicht. Wat was in deze beter, ontkenning of beaming?
Ze nam een voorzichtige nepslok van
de koffie, alleen schuim, niets van de hete donkere vloeistof, een slok ter
afleiding, een slok om te kunnen zwijgen.
‘En jij denkt dat de energie van je
overleden man nog door het huis vloeit,’ zei Angela uiteindelijk, toen het Vic
lukte om lang genoeg te zwijgen. ‘En dat Azeline daar gevoelig voor is.’
‘Ik denk het niet, ik weet het
zeker,’ zei een duidelijke stem in Vic maar die woorden sprak ze niet uit en ze
zei ook niet dat tweelingzussen nogal eens dezelfde gevoeligheden delen.
‘Soms hoor ik dingen in de nacht,’
zei ze wel. ‘Soms vallen dingen om zonder reden. Wijnflessen, of die verhipte
dingen nu beneden staan of in de keuken. En nog vaker de tequilla-sectie. Ik
laat haast elke week schoonmaken, daar, beneden, want er tipt elke week wel een
fles van een van de planken.’
‘Hij is in de wijnkelder gestorven,
hè?’ zei Angela bedachtzaam. ‘Dan kan ik me voorstellen dat je denkt dat er een
verband is. Maar het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn, dat de planken wat
scheef zijn, en dat trillingen van vrachtwagens de flessen uit balans brengen.’
‘Ja, dat zou kunnen,’ zei Vic en ze
zei niet dat er nauwelijks vrachtverkeer langs haar huis kwam, op de enkele
bezorger na en ze zei ook niet dat ze voor het overlijden van Harold, voor
het-ongeluk-van-Harold, nooit last hadden van spontaan vallende flessen.
‘Het zijn soms ook de schilderijen
in de galerij-gang,’ zei ze wel. ‘Daar begon het vandaag mee, met zo’n
schilderij. Het stuk waar Azi de grootste hekel aan heeft viel voor haar voeten
in scherven. De lijst tenminste, het stomme stuk zelf overleeft natuurlijk
alles.’
Ze keek naar Angela.
‘Dat zouden natuurlijk ook
trillingen kunnen zijn,’ zei ze maar het kostte moeite om het
‘Haal het dan weg,’ zei Angela. ‘Haal
de wijn weg, haal de schilderijen weg. Nog beter: verkoop de boel en verhuis.
Je hoeft daar niet te blijven.’
Vic gaf geen antwoord maar nipte te
hete koffie door het schuim en verborg haar antwoord in een hoofdschudden dat
zowel betrekking op de kwaliteit van de koffie als op het bezit van het huis
kon hebben.
Zij was nog niet klaar.
Harold was nog niet klaar.
Zo zat dat.
Maar Angela, praktische Angela met
haar logische vragen en korte, eenvoudige zinnen, die vanzelf tot de antwoorden
en inzichtten leidden die eigenlijk allang duidelijk waren, omdat ze het beste voor
hart en ziel en vaak ook voor financieel welzijn vertegenwoordigden, zou dat
niet begrijpen.
‘Waar is Catharina?’ vroeg ze, meer
om het gesprek naar een veilige plek te sturen dan uit ware nieuwsgierigheid.
‘Catharine is nog bij Azeline,’ zei
Angela rustig, niet in het minst geïrriteerd door de plotselinge wending in hun
gesprek. ‘Ze probeert te sussen wat ik heb aangericht.’
‘Aangericht?’ vroeg Vic.
Angela glimlachte. ‘Ik vrees dat
Azeline mij vervelend, burgerlijk en saai vindt. Daar heb ik gebruik van
gemaakt, om te kijken of we haar nog goed konden bereiken. En het was absoluut
mogelijk om een rationele respons bij haar uit te lokken. Ik sluit niet uit dat
ze haar medicatie enige tijd niet ingenomen heeft, maar ik kan echt geen sporen
vinden van iets ergers. In de tussentijd heeft ze zich, vrees ik, ouderwets
wild geërgerd aan me. Ze doet me regelmatig denken aan mijn puberdochter.’
Angela draaide met haar ogen en Vic
moest, ondanks alles, even lachen.
Ook dat was Azeline. Zesenveertig
en in veel opzichten nog een tiener.
‘Het komt wel goed, Vic,’ zei
Angela. ‘Ik heb er een goed gevoel over. Ga naar huis, rust een uurtje of wat
uit. Dan kun je haar straks ophalen en wie weet, misschien wil ze ditmaal wel
een nachtje bij je logeren.’
Vic knikte, ging staan, hees haar
tas op, hing hem rond haar schouder, knikte Angela toe, die bleef zitten en
terugknikte en glimlachte. Vic nam haar koffie mee, die zou ze in de prullenbak
bij de uitgang achterlaten, en ging.
Die Angela heeft toch iets niet helemaal in de gaten. Heel mooi weer.
BeantwoordenVerwijderen